De ziekte van Parkinson is een hersenziekte. Een groepje zenuwcellen sterft af bij de slome en progressieve ziekte. De stof dopamine wordt dan geproduceerd. Deze stof is benodigd voor het controleren van de bewegingen van het lichaam. Stijve armen of benen en lastig spreken zijn klachten als gevolg van niet genoeg dopamine. Het is onbekend waarom de zenuwcellen degenereren.
Bij wie en hoe komt Parkinson voor?
Parkinson komt vooral voor bij mannelijke personen en vrouwen ouder dan de 50 jaar. Bij personen boven de 30 doet de ziekte zich steeds vaker voor. In de eerste periode zijn de verschijnselen nog niet makkelijk te identificeren. Deze worden meestal pas na enkele jaren voelbaar. Bij de ziekte gaat men bibberen en ontstaat er moeheid. Iemand kan soms zelfs de armen of niet meer bewegen. Er is ook meestal sprake van een depressief gevoel. Een verstoord evenwichtsgevoel is een cruciale aanwijzing voor de Parkinson ziekte.
De ziekte van Parkinson is nog niet te genezen. De ziekte van Parkinson kan wel behandeld worden maar het behandelen richt zich op het matigen van de klachten. De ziekte van Parkinson kan niet tegengehouden worden door medicijnen. De behandeling is een combinatie van regelmatig sporten, gezond eten en medicatie.